Cornelis Jacobus Zilverschoon
Cornelis Jacobus Zilverschoon (roepnaam Kees) werd op 7 juli 1923 te Dordrecht geboren en overleed op 20 april 2012 in Genève (Zwitserland). Hij werd geboren uit het op 22 maart 1923 te Dordrecht gesloten huwelijk van Jan Johannes Zilverschoon (Dordrecht 16 april 1899-Dordrecht 1945) en Neeltje Monster (Dordrecht 24 oktober 1901-Dordrecht 1 juli 1930). Kees overleed in Genève en werd daar gecremeerd, waarna zijn as werd bijgezet in het familiegraf op de begraafplaats Essenhof in Dordrecht. Op 3 juni 1954 trad hij te Amsterdam in het huwelijk met Ida Gezina Tielenburg (Den Haag 20 januari 1915-Dordrecht 25 november 2005). Ida was een dochter van Theodorus Simon Tielenburg (Leeuwarden 15 januari 1892-Dordrecht 30 maart 1987) en Wilhelmina Vreeken (Amsterdam 10 augustus 1894-Dordrecht 30 maart 1987). Zij was de weduwe van zeeman en magazijnmeester Jan Hubertus Antonius Kornelis Reinier Merks (Roosendaal 6 maart 1915-Middellandse Zee 27 april 1941). Uit het huwelijk twee kinderen:
- Alfred, roepnaam Freddy, (Amsterdam 21 maart 1951-Dordrecht 5 november 1980)
- Rosalinda Dorothea, roepnaam Linda, (Dordrecht 12 november 1952-Dordrecht 1975)
Kees Zilverschoon was een vooraanstaand natuurkundige. Hij speelde een belangrijke rol bij CERN (Conseil Européen pour la Recherche Nucléaire) gevestigd te Genève, een van de grootste en belangrijkste wetenschappelijke centra voor nucleair onderzoek. Hij was ook enige tijd adviseur bij ZWO (Stichting voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek). Zilverschoon behield steeds zijn Nederlands paspoort en zijn Dordtse wortels vergat hij nimmer. Regelmatig verbleef hij enkele weken in zijn geboortestad. Zijn band met Dordrecht bleek ook uit zijn lidmaatschap van de Vereniging Oud-Dordrecht. Gedurende een groot deel van zijn leven hield hij een dagboek bij, waarin hij zijn belevenissen minutieus beschreef.
Zijn geboortehuis stond aan de Rozenstraat in een eenvoudige buurt. Vader Zilverschoon was zeeman en dus weinig thuis. Na het vroege overlijden van zijn moeder werd hij daarom vooral opgevoed door zijn grootouders van moeders kant: Cornelis Monster (’s-Gravendeel 10 september 1876-Genève 23 mei 1966) en Janna Monster-Monster (Puttershoek 2 juli 1880-Dordrecht 6 maart 1951). De familie woonde op de Zuidendijk 25. (na 1955 nr. 21). Als een van de eerste leerlingen bezocht hij van 1929 tot 1935 de Dordtse Buitenschool, een lagere school voor fysiek zwakke kinderen, veelal leerlingen met een longaandoening. Zijn moeder overleed, evenals zijn grootmoeder, al jong aan TBC. Zij werd begraven op de begraafplaats Essenhof. Gezien de ziektegeschiedenis van moeder en grootmoeder, was de angst voor tuberculose zeker reëel.
Na de lagere school bezocht hij achtereenvolgens Mulo Groenendijk (1936-1940), de MTS (later HTS) aan de Oranjelaan, waar hij de afdeling elektrotechniek volgde en de Gemeentelijke HBS aan het Oranjepark. Wegens de oorlogsomstandigheden hoefde hij hier geen eindexamen af te leggen (1944). Hierdoor had hij zich de mogelijkheid verschaft tot het volgen van universitair onderwijs. Zijn belangstelling voor techniek en elektronica was al gebleken uit het feit dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog een sterke, clandestiene radio-ontvanger bouwde die hem in staat stelde zenders uit onder meer Londen, Berlijn en Moskou te beluisteren. In de oorlog liep hij stage bij de Dordtse Meterfabriek. Aan het eind van de oorlog was hij genoodzaakt onder te duiken bij familie aan de Reeweg Oost om aan de gedwongen tewerkstelling in Duitsland (de Arbeitseinsatz) te ontkomen.
In zijn jonge jaren was Kees een jazzliefhebber en hield zich op in kringen van de Dordtse Jazz Liga, de voorloper van de huidige Dordtse Jazz-Sociëteit. Hier ontmoette hij onder anderen dichter C. (Kees) Buddingh’ (1918-1985) en diens latere echtgenote Christina (Stientje) van Vuren (1923-2017). Ook pianist en medeoprichter van de Dordtse Jazz-Sociëteit Henk van Buul (1920-1985) behoorde tot zijn kennissenkring. Rond 1940 ontstond een relatie met zijn Ida Tielenburg. Zij was echter op 7 juli 1939 te Dordrecht getrouwd met zeeman Jan Merks. Merks’ schip, het troepentransportschip 'S.S. Slamat', waarop hij magazijnmeester was, werd op 27 april 1941 nabij Nauplia (Griekenland) door de Duitse luchtmacht tot zinken gebracht. Merks’ overlijden maakte de weg vrij hun relatie zonder problemen voort te zetten.
Zilverschoon schreef zich in 1946 in als student natuurkunde aan de Technische Hogeschool Delft (nu Technische Universiteit) en vestigde zich in de Cornelis Trompstraat aldaar. Hij had speciaal belangstelling voor kernfysica en studeerde af op het splitsen van isotopen. Isotopen zijn atomen van hetzelfde chemische element (zuurstof, helium, stikstof, koolstof enzovoort) met hetzelfde aantal protonen, maar waarin het aantal neutronen in de atoomkern verschillend is. Hij werkte enige tijd als tweede man bij professor Jaap Kistemaker (1917-2010) op het Kamerling Onnes Laboratorium van de Leidse universiteit aan de 'isotron', een apparaat om deeltjes te scheiden. Zilverschoon verhuisde in 1949 naar Amsterdam en betrok een woning aan de Linneusstraat en werkte er aan zijn dissertatie. Zijn lange mars door de verschillende onderwijsinstellingen bekroonde hij op 27 januari 1954 aan de Universiteit van Amsterdam met een promotie bij prof. dr. J.C. Bakker op het proefschrift ‘An electromagnetic isotope separator.’
Na zijn promotie werd hij gevraagd voor verschillende functies en projecten in het buitenland, zoals voor de verdere uitwerking van de H-Bom (waterstofbom) in Los Alamos (USA) en om leiding te geven bij de bouw van een isotopenseparator in Buenos Aires (Argentinië). Zijn interesse voor de nucleaire richting in de natuurkunde was vooral gewekt door de ontwikkeling en het gebruik van de atoombom. Hij koos tenslotte in augustus 1954 definitief voor CERN in Zwitserland waar hij tot 1988 als divisiedirecteur werkte aan de bouw van de eerste deeltjesversneller. Een deeltjesversnellers is een installatie waarmee men uiterst kleine elementaire deeltjes met zeer hoge snelheid (bijna de lichtsnelheid) op elkaar kan laten botsen. Daardoor worden nieuwe elementaire deeltjes geproduceerd. Hoe groter de hoeveelheid energie van de deeltjesversneller, hoe zwaarder de nieuwe elementaire deeltjes zijn. Een deeltjesversneller is een ingegraven kilometerslange cirkelvormige buis vol met apparatuur en enorm krachtige magneten. Zo werden hier bijvoorbeeld de zogenaamde ‘quarks’ ontdekt. Quarks zijn de kleinst denkbare deeltjes die niet verder kunnen worden gespitst. Zilverschoon was ook geïnteresseerd in de financiële wereld en had grote kennis van en ervaring met beleggen. Hij ontwikkelde een succesvolle eigen beleggingsmethodiek en werd door de bekende Zwitserse bank Credit Suisse gevraagd toe te treden tot de raad van commissarissen. Na zijn pensionering gaf hij leiding aan de hervorming van het pensioenfonds van de CERN.
Een groot persoonlijk verdriet was het verlies van dochter Linda (1975) en zoon Freddy (1980). In beide gevallen speelde druggebruik een rol. Het verdriet was groot. Dierenliefhebbers als zij waren, vond het echtpaar troost bij hun hond. Zij besloten met een deel van hun vermogen een stichting op te richten om mensen te belonen voor hun inzet bij het voorkomen en/of bestrijden van dierenleed. Zo richtte het echtpaar Zilverschoon-Tielenburg in 1999 de Stichting Ida Zilverschoon op die nog steeds actief is. Na het overlijden van zijn echtgenote bepaalde Kees bij testament dat na zijn overlijden een deel van zijn erfenis moest worden bestemd voor deze stichting. Ze wordt nog steeds gevoed met kapitaal uit de eveneens door het echtpaar op 26 oktober 2001 opgerichte Freddy and Linda Foundation, genoemd naar hun overleden kinderen. De stichting werd statutair gevestigd in Vaduz, de hoofdstad van Liechtenstein.
Collega’s waardeerden Zilverschoon als een open, vriendelijke en bescheiden oudere collega, die vrolijkheid combineerde met een heel natuurlijk gezag. Meer dan dertig jaar was hij een van de leidende figuren die vorm gaf aan CERN dat het leidende laboratorium in de wereld werd op het gebied van onderzoek naar de allerkleinste deeltjes.
Publicaties
C.J. Zilverschoon, An electromagnetic isotope separator (dissertatie Amsterdam 1954).
J. Schutten, C. J. Zilverschoon en J. Kistemaker, The anti-contamination circuit of the Amsterdam isotope separator. I, in: Applied Sciences Research B 4 (1954), p. 217-224.
J. Kistemaker, C. J. Zilverschoon en J. Schutten, De electromagnetische scheiding van stabiele isotopen II: de Amsterdamse isotopen separator, in: Elektro-Techniek 32 (9) (1954).
Een groot aantal wetenschappelijke artikelen van zijn hand verscheen in de CERN-Courier.
Literatuur
Hoogleraren en gepromoveerden van 1632-heden, in: Album Academicum van de Universiteit van Amsterdam.
Who is who in CERN? http://cds.cern.ch/record/1728600/files/vol3-issue4-p052-e.pdf
C.J. “Kees” Zilverschoon (1923-2012). https://cds.cern.ch/record/1446613
Auteur
Roel Leentvaar, met dank aan Kees Weltevrede (november 2023)