Daniël (Daan) Paul van Kammen
Geboren 12 juli 1910 te Dordrecht, overleden aldaar 19 oktober 1979, longarts en tuberculosearts. Enig kind van Evert van Kammen (1878-1913), arts en Alida Maria van der Kodde (1878-1952), kleuteronderwijzeres.
Trouwde 3 oktober 1940 te Soest met Christina Petronella Hendrika Rinse (Amsterdam 1904-Dordrecht 1991), keel-, neus- en oorarts. Uit dit huwelijk drie kinderen:
- Evert (Soest 22 december 1941-Dordrecht 7 juli 2013), internist
- Daniël Paul, geboren 26 augustus 1943 te Dordrecht, psychiater en wetenschappelijk onderzoeker in de USA
- Christina Petronella Hendrika, geboren 19 december 1948 te Dordrecht, kunsthistorica
Daniël Paul (Daan) kwam tijdens de mobilisatie in 1940 en direct daarna als officier van gezondheid in aanraking met de verpleging van tbc-patiënten. Het bleek de ouverture van zijn strijd tegen de tuberculose. Zijn werkterrein werd Dordrecht waar hij als tuberculosearts verbonden was aan het districtsconsultatiebureau voor de tuberculosebestrijding. Hij werd tevens geneesheer-directeur van het sanatorium Weizigt. Van Kammen trok zich ook het lot aan van demente bejaarden voor wie in zijn ogen geen adequate zorg werd geboden. Zijn initiatieven leidden tot de stichting van Het Parkhuis in Dubbeldam, waarvan hij eveneens geneesheer-directeur werd.
Toen Daan drie jaar was, overleed zijn vader. De financiële mogelijkheden bleken niet groot te zijn. Daan volgde na de lagere school (school 1 in de Hofstraat) de HBS aan het Oranjepark, waar hij in 1927 het diploma HBS-B behaalde. Dankzij een drietal studiebeurzen kon hij in 1927 de studie geneeskunde aanvangen aan de universiteit van Utrecht. De financiële omstandigheden leidden er toe dat Daan en moeder hun huis aan de Dordtse Groenmarkt verlieten en een huurhuis in Utrecht betrokken. Daan onderbrak zijn studie enige tijd en reed als vrachtrijder met verse vis van IJmuiden naar de Parijse Hallen. Het leidde niet tot afstel van zijn studie en in 1934 behaalde hij zijn kandidaatsexamen geneeskunde. Daarna volgde weliswaar de militaire dienstplicht, maar in 1938 kon hem in Utrecht het artsdiploma worden uitgereikt. Vervolgens volgden enkele korte assistentschappen in diverse steden.
Tijdens de mobilisatie kwam hij in 1940 als gezondheidsofficier op de vliegbasis Soesterberg. Zijn verzoek om als voluntair te werken in het nabijgelegen sanatorium 'Zonnegloren' werd ingewilligd, voor zover de dienst dat toeliet. Daar kreeg hij na de capitulatie met ingang van 21 mei een volledige en betaalde aanstelling als eerste-geneesheer. In 1942 volgde zijn benoeming in Dordrecht tot 'leider van het Dordrechts districtsconsultatiebureau'. Van Kammen voerde hier talrijke vernieuwingen in, zoals het routinematig doorlichten van alle patiënten op het spreekuur. Het tot dan summiere laboratoriumonderzoek werd aanzienlijk uitgebreid en verbeterd. Het consultatiebureau voor de tuberculosebestrijding was ondergebracht in het RK-ziekenhuis aan de Houttuinen, maar na uitzetting door de Duitsers in 1943 kwam een bovenwoning aan de Voorstraat/hoek Nieuwstraat tegenover de Wijnbrug beschikbaar. Deze ruimte was geenszins geschikt; de keuken was de donkere kamer voor het ontwikkelen van de röntgenfoto's. Een betere ruimte bood zich in 1944 aan in het MTS-gebouw aan de Oranjelaan, een school waar de lessen waren gestaakt en waar ook een noodziekenhuis en een noodkraaminrichting werden ondergebracht. Van Kammen richtte er een noodsanatorium en een consultatiebureau in.
Het gelukte Van Kammen een aanzienlijk aantal mannen uit de verplichte Duitse 'Arbeidseinsatz' te houden door het afgeven van een verklaring 'dat desbetreffende persoon lijdende was aan een actieve vorm van tbc'. Het betrof onder anderen verzetslieden, maar het aantal personen dat door hem op basis van vervalste röntgenfoto's als tbc-besmet werd aangemerkt nam dermate grote vormen aan, dat hij medio 1943 door de Duitse Sicherheits Dienst werd opgepakt en in het Haagse Veer in Rotterdam een aantal weken werd ingesloten. Het grote aantal tuberculoseverklaringen voor personen die naar Duitsland moesten in verband met de 'Arbeitseinsatz' had kennelijk de aandacht van de bezetter getrokken. Daan wist zich te redden, mede door het feit dat het beoordelen van röntgenfoto's een techniek was die toen weinigen beheersten. Daar de Duitsers bevreesd waren voor tuberculose, toen nog 'volksvijand nummer één', werd Van Kammen onmisbaar geacht voor de tuberculosebestrijding in het zuidelijke deel van de provincie Zuid-Holland en was hij in augustus 1943 terug in Dordrecht. Voor zijn hulp aan verzetslieden en onderduikers in de periode 1942-1945 ontving hij een plaquette van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (L.O.). Bovendien was hij drager van het Oorlogsherinneringskruis en het Officierskruis.
Na de oorlog werd het MTS-gebouw weer voor onderwijsdoelen gebruikt en verhuisde het consultatiebureau terug naar de Voorstraat. De behoefte aan een sanatorium werd ook door het stadsbestuur en de bevolking gevoeld en er werd naar een oplossing gezocht. In 1946 stelde de gemeente Dordrecht de villa Weizigt aan de Krispijnseweg beschikbaar voor het sanatorium en het districtsconsultatiebureau. Zowel vanuit het bedrijfsleven als vanuit de Dordtse bevolking kwam financiële steun. Van 1954 tot en met 1963 werd jaarlijks een voetbalwedstrijd georganiseerd tussen Dordtse artsen en politie-inspecteurs uit Zuid-Holland, een evenement dat bekend werd onder de naam 'Operatie Weizigt'. Het batig saldo kwam ten goede aan de patiëntenzorg van het sanatorium.
In 1947 werd Van Kammen vanwege de hoge kwaliteit van de patiëntenzorg in Dordrecht door de Specialisten Registratie Commissie de opleidingsbevoegdheid voor longarts en tuberculosearts verleend. Vanuit de locatie Weizigt begon Van Kammen in 1951 met het BEvolkingsonderzoek naar TUberculose in Dordrecht; het project BETUDO ging van start. Aanvankelijk werd vrijwel de gehele Dordtse bevolking en die van de regio jaarlijks onderzocht op tuberculose. Van Kammen hield in de randgemeenten van de Alblasserwaard spreekuur en voerde daarvoor onder meer een draagbare röntgenbuis met zich mee. In Dordrecht konden de inwoners terecht in de barakken bij het sanatorium aan de Krispijnseweg 4, later Van Baerlestraat 26.
Van 1959 tot 1968 was Van Kammen voorzitter van het bestuur van de Dordtse Buitenschool, een instelling waar kinderen met tuberculose onderwijs kregen terwijl ze onder behandeling waren. Het succes van het bevolkingsonderzoek, de opsporing, behandeling en begeleiding, was dermate groot, dat een langdurige verpleging in het sanatorium overbodig werd. Van Kammen was erin geslaagd de tuberculose in Dordrecht en de regio beheersbaar te krijgen. Doordat het aantal tuberculosepatiënten vanwege het consequente bevolkingsonderzoek afnam en ook de opname in het sanatorium dankzij verbeterde medicijnen minder noodzakelijk werd, kon worden volstaan met een poliklinische behandeling. Van Kammen zocht daarom naar een nieuwe bestemming van de sanatoriumruimte. Hij onderkende als een van de eersten de grote nood van psychisch gestoorde bejaarden en startte in 1965 de verpleging van 24 demente patiënten in enkele barakken van het sanatorium onder de naam Het Parkhuis. Een jaar later was dit aantal toegenomen tot 72. Passende zorg kon worden geboden toen op 29 oktober 1971 in Dubbeldam een op demente bejaarden gericht verzorgingshuis kon worden betrokken: Het Parkhuis. Het was de bekroning van het baanbrekende werk dat Van Kammen, de eerste geneesheer-directeur, had verricht voor de opvang en begeleiding van deze bejaarden.
In 1966 werd het sanatorium gesloten en resteerden het consultatiebureau en de psychogeriatrische verpleging. Eind 1970 werd het consultatiebureau voor tuberculosebestrijding verplaatst naar een locatie aan de Jan Ligthartlaan. De waardering voor de inzet van Van Kammen voor de succesvolle tuberculosebestrijding in Dordrecht en in de regio kwam tot uitdrukking in de naamgeving van het nieuwe bureau: het D.P. van Kammenhuis. Per 1 januari 1976 ging Van Kammen met pensioen.
Enkele publicaties
De bestrijding van besmettelijke ziekten en in het bijzonder de bestrijding der tuberculose, In: Tijdschrift voor medisch analysten 1950, p. 62-65 en 77-82.
Enkele vraagstukken die zich tegenwoordig bij de beoefening van de geneeskunde voordoen, In: Tijdschrift voor sociale geneeskunde 1955.
De behandeling van longtuberculose, in het bijzonder van tuberculeuze veranderingen van het bronchusslijmvlies, met 4-acetyl-aminobenzaldehydethiosemicarbazon, In: Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 1955, p. 3831-3837.
Röntgendiagnostiek, in: Jubileumcongres van de Provinciale Zuid-Hollandse Vereniging tot Bestrijding der Tuberculose, 8 en 9 december 1961, p. 64-76.
Bronnen en literatuur
H. Fermin, In memoriam Daan van Kammen in: Mededelingenblad van het Medisch Dispuutgezelschap te Dordrecht 34 (1979), p. 1-3.
E. van Kammen, Tbc-bestrijding in Dordrecht, in: Kwartaal & Teken Extra 5 (Dordrecht 1987).
H. Bosman, Geschiedenis van de Tbc-bestrijding in Dordrecht, door E. van Kammen, in: Mededelingenblad van het Medisch Dispuutgezelschap te Dordrecht 42 (1987), p. 28-31.
C. Esseboom en E. van Kammen, Gezondheidszorg, in: P. Kooij en V. Sleebe, Geschiedenis van Dordrecht van 1813 tot 2000 (Dordrecht 2000).
Auteur
Evert van Kammen (januari 2013)