Willem Gerrit van der Gijp, de vader van vier voetballers, werd geboren in Dordrecht op 27 augustus 1893. Hij overleed te Dordrecht op 5 februari 1978. Willem was lasser van beroep. Op 2 november 1916 trad hij te Dordrecht in het huwelijk met Alida Zwang. Alida werd geboren op 24 april 1897 in Dordrecht, zij overleed te Dordrecht op 7 maart 1987. Willem en Alida woonden aan de Zuidendijk, uit hun huwelijk werden zes kinderen geboren:
- Jacoba (Dordrecht 29 april 1917-Dordrecht 4 januari 2012)
- Frederik (Freek) (Dordrecht 10 september 1919-Dordrecht 19 april 2006)
- Jurianus (Janus) (Dordrecht 14 februari 1921-Dordrecht 21 juni 1979)
- Willem Gerrit (Wim) (Dordrecht 23 oktober 1928-Dordrecht 19 maart 2005)
- Cornelis (Cor) (Dordrecht 1 augustus 1931-Dordrecht 12 november 2022)
- Alida Cornelia (Dordrecht 23 augustus 1935-Dordrecht 9 maart 1944)
Dordrecht was in de jaren vijftig een heus voetbalbolwerk. In de laatste seizoenen van het amateurvoetbal draaiden Emma, EBOH en DFC mee aan de top en trokken ze volle stadions. Tegenstanders deden niet graag de stad aan. In 1954 maakten deze Dordtse verenigingen de overstap naar het betaalde voetbal. Na het eerste seizoen, met vier eerste klassen met ieder veertien clubs, weten alle drie de Dordtse teams zich te plaatsen voor de hoofdklasse waarmee de KNVB van start gaat. Vooral de bij Emma voetballende broers Van der Gijp vormden een attractie apart, ze speelden alle vier in de aanval. In de verdediging speelde een vijfde Van der Gijp; neef Jurianus (Jur) (Dordrecht 1 februari 1930-Dordrecht 14 september 2012). Van een vreemde hadden de broers Van der Gijp het niet. Vader Willem, diens jongere broer Johannes Martinus (Jan) (Dordrecht 2 januari 1906-Dordrecht 15 december 1980) en twee broers van moeder Alida waren niet onverdienstelijke amateurvoetballers.
Al snel bleken Emma en EBOH het op het hoogste niveau niet te kunnen redden. Een roemloos bestaan in de tweede divisie was het gevolg. Wim vertrok naar Sparta, Janus naar DHC uit Delft en Cor werd voor 18.000 gulden aan Feyenoord verkocht. Freek bleef Emma wel de rest van zijn carrière trouw. Het betaald voetbal voor Emma eindigde in 1958, EBOH hield het vol tot 1962. DFC bleef als enige over. De zoon van Wim (René, Dubbeldam 4 april 1961) zou er eind jaren 60 zijn eerste ballen trappen. Omdat echter werd gevreesd dat de club wel eens in het betaald voetbal ten onder zou kunnen gaan, werd in 1972 besloten tot een splitsing. DFC voetbalde verder bij de amateurs en FC Dordrecht nam de proflicentie over. Tussen 1979 en 1990 ging de club als DS '79 door het leven.
Freek was de oudste. Bij Emma was hij aanvoerder en speelde hij als linksbinnen. Freek was ook degene die de strafschoppen nam. Succes was vaak verzekerd. Hij was strategisch sterk en misschien wel de meest talentvolle van de familie. Freek had echter tegen dat op zijn positie ook spelers als Faas Wilkes (1923-2006) en Abe Lenstra (1920-1985) speelden. In en buiten het veld spaarden de broers elkaar niet, ze waren kritisch op elkaars spel en gaven elkaar op hun sodemieter als dat nodig werd geacht. De kinderen Van der Gijp konden goed mee op school en werkten hard. Freek had naast het voetbal een baan als bankwerker. Anders dan zijn broers Cor en Wim haalde Freek het Nederlands elftal net niet. Maar hij speelde wel een aantal wedstijden in de nationale B-ploeg. Freek werkte als trainer onder andere jarenlang bij het Haagse VUC.
Janus was schilder van beroep. Hij speelde als rechtsbuiten en wist precies wie waar stond. Hij was een dribbelaar bij uitstek en had bovendien een goede traptechniek. Janus gold als de gangmaker van de groep. De broers speelden altijd met plezier, zo'n drie à vier keer in de week werd er getraind. Op vrijdag werd er afgesloten in de kantine, gezelligheid vierde er hoogtij. Maar in financieel opzicht zijn Janus en zijn broers er niet veel wijzer van geworden. Er gingen in die tijd immers andere bedragen om in het betaald voetbal. Heel hecht was de familie Van der Gijp misschien niet, maar er was veel wederzijds respect. Trots als de meesten waren, gingen ze voor elkaar door het vuur. Na zijn voetbalcarrière runde Janus een café, ook trainde hij in de jaren 60 en 70 een groot aantal Zuid-Hollandse amateurclubs.
Wim werkte als technisch tekenaar bij Lips in de fabriek. Hij was een energieke rechtsbinnen die altijd in dienst van het team speelde. In 1954 speelde Wim zijn eerste en, zoals later zou blijken, enige interland. Met zijn vijftien wedstrijden voor het Nederlands elftal zou Wims zoon René later zowel zijn vader als zijn ome Cor overtreffen. Wim maakte, toen hij de dertig al was gepasseerd, nog een transfer. Wim ging van Sparta naar het Delftse DHC, de club waar zijn broer Janus eerder ook had gevoetbald. De Rotterdamse club Zwart-Wit '28 kreeg met Wim van der Gijp in het seizoen 1969-1970 de meest succesvolle trainer die ze ooit heeft gehad. Een seizoen later werd men namelijk onder zijn leiding algemeen amateurkampioen van Nederland.
Vanaf het allereerste begin van diens voetballoopbaan heeft Wim van der Gijp de gang van zaken rond zijn zoon uiterst gedetailleerd gedocumenteerd in plakboeken. Er zijn in Nederland niet veel mensen die met méér voetbal in hun omgeving zijn opgegroeid dan René van der Gijp. Met zijn vader kon René bijna alleen maar over voetbal praten, maar totaal anders dan zijn vader was hij niet bepaald een hardwerkende en bloedserieuze voetballer. Scoren deed René regelmatig, maar verdedigend was hij veel minder sterk. Qua karakter waren Wim en zijn zoon tegenpolen van elkaar. René kan zich snel ergens bij neer leggen, zijn vader was meer een vechter. Zo kon Wim het niet verkroppen toen hij, een paar jaar voor zijn dood, ziek en steeds minder mobiel werd.
Cor werkte, na de MULO, een tijdje als kantoorbediende en verkoper. Hij was de minst bescheiden, snelste en als midvoor meest doelgerichte van het stel. Begin jaren 50 maakte hij drie seizoenen achter elkaar meer dan twintig goals. In het seizoen 1953-1954 was hij zelfs topscorer. Zijn broers en neef maakten die vele doelpunten mede mogelijk. Het Nederlands elftal kwam aldus voor Cor in beeld. In 1954, een paar maanden voor zijn broer Wim, maakte hij zijn debuut. Zijn laatste interland speelde Cor in 1961 in en tegen Hongarije. Cor van der Gijp voetbalde tot en met het seizoen 1963-1964 bij Feyenoord. Tijdens 233 competitiewedstrijden scoorde hij 177 maal en daarmee is Cor topscorer aller tijden van de Rotterdamse club. Hierna plakte hij er nog drie seizoenen bij het Amsterdamse Blauw-Wit achteraan, Cor sloot zijn loopbaan af in 1967.
Na zijn voetbalcarrière was Cor nog even scheidsrechter, daarna had hij een sportzaak. Vervolgens ging Cor in het voetbal aan de slag in diverse functies, al waren die dienstverbanden wel vaak van korte duur. Het langst was hij, in de jaren 1972-1974, als trainer werkzaam bij BV Veendam. De familie van der Gijp telde overigens nog een zesde profvoetballer. Begin jaren 80 was Cors zoon Dennis (20 augustus 1963) namelijk een paar seizoenen bij DS '79 actief.
René van der Gijp zal wel altijd het imago van levensgenieter blijven houden, maar veel contacten binnen de voetbalwereld onderhield hij niet. Met een klein aantal evenzeer markante persoonlijkheden als Fritz Korbach (1945-2011) en Willem van Hanegem (1944) klikte het dan weer wel. Tijdens zijn carrière kreeg hij het vaak aan de stok met trainers en bestuurders, volgens zijn vader 'omdat René altijd het laatste woord wilde hebben'. René debuteerde in september 1982 glansrijk in het Nederlands elftal. Die wedstrijd is nog geen minuut oud als hij een assist geeft waaruit Dick Schoenaker (1952) kon scoren. Anderhalf jaar later maakte hij in een vriendschappelijke wedstrijd tegen Denemarken zelf twee doelpunten. In april 1987 speelde René zijn laatste interland.
Zijn clubloopbaan had hem op dat moment al van Sparta (1978-1982), via KSC Lokeren (1982-1984) naar PSV (1984-1987) gebracht. Daarna speelde hij twee seizoenen in Zwitserland (1987-1989) om vervolgens voor één seizoen naar Sparta terug te keren (1989-1990). Heerenveen (1990-1991) was zijn laatste club in het betaald voetbal. René logeerde als tiener wel eens in Veendam toen zijn ome Cor daar als trainer werkte. Hij leerde er Johan Derksen, die bij de club als linksback voetbalde, goed kennen. Vanaf 2001 zouden ze samen zeer regelmatig te zien zijn op TV.
Bronnen en literatuur
www.historiebetaaldvoetbal.nl
Artikel Voetbalgeschiedenis (tekst Rob Vente).
M. van Egmond, Gijp (Gouda 2012).
Met dank aan Anneke van der Gijp en Arie Heijstek.
Auteur
Sander van Bladel (november 2022)