Michaël Antonius Maria Winkel

Beeldend kunstenaar Michaël Winkel in zijn atelier
Circa 1995
Michaël Antonius Maria Winkel werd geboren op 28 mei 1956 te Dordrecht en is overleden op 15 augustus 2012 te Zwijndrecht. Zijn ouders waren Antonius Hendricus (Antoon) Winkel (Rotterdam 30 mei 1923 – Dordrecht 23 februari 1989) en Maria Henrica Elisabeth Hendriks (Rotterdam 2 juli 1923 – Dordrecht 2014), getrouwd op 28 mei 1953 te Dordrecht. Zijn ouders waren rooms-katholiek en beiden beeldend kunstenaar. Michaël had een zus, Maria Raphaëla Joanna Agnes Michaël Winkel (Dordrecht 8 december 1961 – Dordrecht 1990). Haar bijnaam was 'Boem', hetgeen wees op een licht ontvlambaar karakter. Ook had hij een jongere broer, Gabriël Joannes Michaël die zeer jong overleed (Dordrecht 29 december 1959 – Dordrecht 6 juni 1960). Michaël bleef ongehuwd en had geen nakomelingen.
Michaël Winkel was een belangrijk beeldend kunstenaar die zijn hele leven in Dordrecht heeft gewoond en gewerkt. Hij was een virtuoos tekenaar, graficus en schilder die zowel in binnen- als buitenland exposeerde bij galeries en musea van naam. Het omvangrijke oeuvre dat hij heeft nagelaten, bestaat uit fantasierijke voorstellingen die de beschouwer kennis laten maken met de grillige denkpatronen die de kunstenaar erop nahield. Winkel leed al vanaf jonge leeftijd aan depressies en werd daarvoor gedurende zijn leven regelmatig behandeld in psychiatrische klinieken. De thema’s die in zijn werk aan bod komen, zijn vaak donker en grimmig van aard. Seksualiteit en pornografie spelen een belangrijke rol in het werk van deze kunstenaar.
Michaël Winkel werd in een artistiek gezin geboren. Het grote huis aan de Hallincqlaan 32 te Dordrecht was de woon- en werkplek van het gezin. Nadat zijn zus Raphaëla was overleden en later ook zijn vader, bleef de kunstenaar er zelf wonen tot aan zijn dood in 2012. Hij werkte daar in vlagen verwoed aan zijn oeuvre en had maar weinig contact met de medemens. Winkel communiceerde niet in taal maar in beeld met zijn omgeving. Hij was een zeer zwijgzame man. Hoewel hij een bekende verschijning was in het artistieke milieu van Dordrecht, waren er slechts weinigen die tot zijn persoonlijkheid wisten door te dringen.
Zijn ouders, Antoon Winkel en Maria Hendriks, waren beiden beroepsmatig kunstenaar en hebben een belangrijke rol gespeeld in de vroege artistieke vorming van Michaël. Antoon was een veelzijdig kunstenaar die zich bezighield met schilderen, keramiek en glas-in-lood. Het zijn vooral grote wandschilderingen in (openbare) gebouwen die hem (lokale) bekendheid gaven. Daarnaast was hij docent aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ook was hij een prominent lid van het Teekengenootschap Pictura te Dordrecht. Michaël’s moeder, Maria maakte figuratief textielwerk en zij schilderde. Gelet op de beeldovereenkomsten tussen het werk van moeder en zoon, lijkt het erop dat de waardering en interesse van Michaël voor textuur en vorm voortgevloeid is uit de invloed die het (textiele) werk van zijn moeder op hem heeft gehad. Het werk van Winkel vertoont vaak zich herhalende beeldmotieven die samen een specifieke structuur of textuur teweegbrengen. Ondanks de zichtbare invloed van zijn moeder op zijn werk, was het zijn vader die optrad als eerste leermeester van de jonge kunstenaar.
Al op zeer jonge leeftijd vertoonde Winkel een buitengewoon talent voor tekenen, waarbij zijn vroege schetsen al een rijke verbeeldingskracht toonden die onwillekeurig deden denken aan de fantasierijke werelden van Hieronymus Bosch (ca.1450-1516). Met name de vaak wat grimmige, maar tegelijkertijd komische sfeer is een duidelijke beeldovereenkomst met deze laatmiddeleeuwse kunstenaar. De artistieke nalatenschap die in beheer is van zijn neef Hans Booms, omvat een aantal kindertekeningen van de kunstenaar die reeds getuigen van een buitengewone fantasie en tekenvaardigheid. Ook Antoon en Maria moeten de kwaliteit van Michaël’s tekentalent hebben gezien, aangezien de tekeningen zorgvuldig zijn bewaard en door hen van een datum zijn voorzien.
In het werk dat hij maakte toen hij wat ouder werd, ziet de toeschouwer ook duidelijk de invloed van de negentiende-eeuwse Duitse en Franse expressionistische kunstenaars. Het is met name het werk van de Oostenrijkse expressionist Egon Schiele (1890-1918) dat zijn weerslag heeft gehad in de stijlontwikkeling van de adolescente Winkel. Seksualiteit en perversie begon in die periode zijn werk te domineren. Het is onduidelijk waar deze obsessie zijn oorsprong vindt. Naarmate de kunstenaar volwassener werd, begon hij te experimenteren met een breed scala aan materialen en technieken, waardoor zijn stijl zich ontwikkelde van met name gedetailleerde pentekeningen naar meer gestileerd penseelwerk en mixed-media. Zijn productiviteit was bij tijd en wijle enorm, maar er waren ook perioden waarin weinig werk tot stand kwam.
Hoewel Winkel een zeer autonoom karakter had, liet hij zich wel scholen in zijn aangeboren talenten. Tussen 1975 en 1979 studeerde Michaël aan respectievelijk de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam en de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. In 1979 studeerde Winkel te Rotterdam cum-laude af als autonoom beeldend kunstenaar. Vanaf 1985 exposeerde hij regelmatig zijn werk in binnen- en buitenland. De hoogtepunten van zijn carrière spelen zich af tussen de jaren 80 van de twintigste eeuw en het begin van 2000. De kunstenaar bereikte echter nooit een nationale faam. In 1996 was Winkel de winnaar van de Ary Schefferprijs. Deze stimuleringsprijs wordt tweejaarlijks door de Vereniging Dordrechts Museum uitgeloofd aan veelbelovende kunstenaars tot de leeftijd van 40 jaar. Ook het winnen van deze prijs gaf maar weinig impuls aan zijn algemene naamsbekendheid.
Na de millenniumwisseling werden de psychiatrische aandoeningen waaraan de kunstenaar leed dermate ernstig, dat hij niet meer in staat was om (grote) exposities te realiseren. Ook was er in die periode een aantal ingrijpende levensgebeurtenissen die Winkel behoorlijk uit het lood sloegen. Zo overleden achtereenvolgens zijn zus Rafaëla en zijn vriendin Liesbeth. Daarnaast liep het huwelijk van zijn ouders op de klippen en overleed uiteindelijk zijn vader. Zijn moeder die ook aan psychische aandoeningen leed, vormde geen wezenlijke steun voor de kunstenaar. Zo gleed Michaël langzaam maar zeker af en kwam op tragische wijze aan zijn einde in een psychiatrische kliniek in Zwijndrecht.
Het werk van Winkel biedt de toeschouwer als het ware een kijkje in het hoofd van de kunstenaar. Uit de - soms virtuoze - beeldtaal blijkt duidelijk dat de kunstenaar een complexe persoonlijkheid had. Het lijkt erop dat hij een moeizame relatie had met zichzelf en de wereld om zich heen. Zijn tekeningen tonen vaak verwrongen en verontrustende taferelen, ontsproten aan het brein van een gekwelde ziel. Vaak heeft het werk een erotisch of pornografisch thema. Hoewel de voorgestelde taferelen vaak als schokkend en pervers te typeren zijn, is de virtuositeit van het tekenwerk ongeëvenaard.
In zijn artistieke levensreis bracht Winkel een unieke en fantasierijke wereld tot leven, waarin absurde elementen vermengd zijn met flarden van de realiteit en droombeelden. Zijn werken vertellen vaak complexe verhalen en zijn doorspekt van ‘iconen’ die voort zijn gekomen uit zijn persoonlijke zoektocht naar betekenis en zijn worstelingen met levenservaringen. Moniek Peters, voormalig conservator hedendaagse kunst van het Dordrechts Museum verwoordde het als volgt: 'Met satanisch genoegen zet Michael Winkel zijn monsters neer. Binnen het kader, dat bepaald wordt door het formaat van doek of papier, laat hij ze kronkelen, uitstulpen en verrijzen. Deze bizarre duivels ontstaan uit zijn intuïtie. Kleur is voor Winkel ondergeschikt, het leidt volgens hem af van het geraamte.'
Bronnen en literatuur
RAD 1390: Collectie Michaël Winkel.
Antonius Hendricus Winkel, Beeldend BeNeLux elektronisch lexicon (artindex.nl).
M. Peters, Catalogus Multiple Choice (Dordrecht 1985).
Auteur
Robin Lassche (december 2024)
Met dank aan Hans Booms