Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.

Peeter Verhaghen

1548 of 1549 (Antwerpen) — 08-1628 (Dordrecht)
Drukkersmerk van Peeter Verhaghen

Drukkersmerk van Peeter Verhaghen

Peeter Verhaghen werd in 1548/49 te Antwerpen geboren. Hij overleed in augustus 1628 te Dordrecht en werd in de Augustijnenkerk begraven. Hij was de zoon van Zuid-Nederlandse ouders. Peeter trouwde tweemaal. Zijn eerste huwelijk werd gesloten op 20 januari 1572 in de Nederlandse kerk (Austin Friars) te Londen met Mariken Claesdr van Scheurwijck (ook Scoerwits), geboren te Antwerpen. Zij was de dochter van Zuid-Nederlandse ouders. Het tweede huwelijk werd op 9 september 1618 te Dordrecht gesloten, ondertrouw 26 augustus, met Machteld (ook Mariken) Claesdr, geboren in Wesel. Zij was de dochter van Zuid-Nederlandse ouders (vader was Claes Hermans). Zij was de weduwe van viskoper Corstiaen Gerritsz uit Keulen met wie zij op 8 februari 1604 in Dordrecht trouwde. Zij had een dochter Geertruijt Corstiaens uit dat huwelijk. Van Peeter Verhaghen zijn geen kinderen bekend.


Peeter Verhaghen week om godsdienstige redenen uit naar Engeland waar hij een tolerante gemeenschap aantrof. In de periode 1567-1577 woonde Peeter in Londen en was er werkzaam in het boekenbedrijf. Vanaf 1577 was hij tot zijn overlijden actief in Dordrecht als boekdrukker en uitgever. Verhaghen werd daar een belangrijke drukker en uitgever en zorgde met enkele tientallen andere uitgeweken drukkers uit de Zuidelijke Nederlanden voor het drukken en/of uitgeven van voornamelijk gereformeerde publicaties. Deze groep deed Dordrecht in de periode 1572-1630 uitgroeien tot een calvinistisch bolwerk waarvan vooral Holland en Zeeland het afzetgebied waren.


Peeter Verhaghen verliet vanwege de vervolging van niet-katholieken zijn geboortestad Antwerpen en arriveerde in 1567 in Londen. Hij werd er lid van het boekdrukkersgilde waar hij in 1571 werd genoemd als ’stacyoner’: boekdrukker en boekverkoper. Peeter sloot zich aan bij een door Nederlandse vluchtelingen gestichte protestantse kerkgemeente in Londen: Austin Friars, genoemd naar de Augustinian friary, een augustijnenklooster. Van het opgeheven klooster werd de kerk door de protestanten in gebruik genomen. Binnen de protestantse gemeenschap leerde Peeter zijn vrouw kennen: Mariken van Scheurwijck, eveneens geboren in Antwerpen. Eind 1576 of begin 1577 vertrok het echtpaar naar de Noordelijke Nederlanden en vestigde zich in Dordrecht in de Nieuwstraat, in 'mijns heeren herberghe' (de Berckepoort). In 1586 kocht hij het huis op de noordwesthoek van de Nieuwstraat en Voorstraat tegenover de Wijnbrug. Het huis werd voorzien van een uithangbord: 'In de Druckerije'.


Dordrecht was in de Noordelijke Nederlanden de eerste stad die vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden opnam die thuis het boekdrukkersvak uitoefenden. Vóór 1572, het jaar waarin Dordrecht zich afkeerde van Spanje, was de betekenis van de stad voor de boekdrukkunst te verwaarlozen. Door de komst van Zuid-Nederlanders die vervolging van niet-katholieken ontweken, werd Dordrecht een centrum van letterzetters, drukkers, binders en uitgevers. De eerste zuiderling die arriveerde, was de drukker, boekverkoper en belangrijke uitgever Jan Canin (ca. 1534-1594) uit Gent, die in 1568 vluchtte en via Wesel in 1572 naar Dordrecht kwam. Hij legde de basis voor een Zuid-Nederlandse hegemonie van de boekdrukkunst die tot ongeveer 1635 stand hield.


Peeter Verhaghen was de tweede Zuid-Nederlander en Jasper Troyen (Mechelen ca. 1547-Dordrecht na 1627), boekverkoper en uitgever in Antwerpen, werd vanaf 1577 actief in Dordrecht. Deze drukkers legden zich toe op strengcalvinistische publicaties. In 1578 besloot de Nationale Synode in Dordrecht dat er een betere vertaling van Calvijns Institutie, ofte onderwijsinghe inde Christelycke religie, moest komen. Echt nieuw werd de publicatie niet. Wegens tijdgebrek schakelde Verhaghen de Delftse drukker Cornelis Jansz Vennekool (overleden1623 te Delft) in. Gezamenlijk verzorgden zij een herdruk van de Emder editie van de Institutie, maar zij breidden die uit met een tekstregister en een theologisch thematisch overzicht. Het was de eerste Dordtse uitgave van Verhaghen: zijn laatste verscheen in 1627.


Na de genoemde boekdrukkers volgden nog tientallen Zuid-Nederlandse drukkers en boekverkopers. De Dordtse boekdrukkunst was in de periode 1572-1630 vrijwel geheel in handen van Zuid-Nederlanders. Door het drukken en uitgeven van een aanzienlijke hoeveelheid Bijbels, Nieuwe Testamenten, psalmboeken, verzamelde preken, dichtbundels en religieuze werken hadden de Dordtse drukkers en uitgevers grote invloed op een vroege verspreiding van het protestantisme. Dordrecht groeide uit tot het centrum van het vroege Calvinisme in de Noordelijke Nederlanden.


De gezamenlijke Dordtse drukkers en uitgevers waren door hun reformatorische uitgaven van groot belang voor kerkenraden en synodes en ontleenden daar gezag aan. Jan Canin en Peeter Verhaghen protesteerden in 1580 tegen de voorgenomen verkoop van een nieuwe psalmberijming door Marnix van Sint Aldegonde (1538-1598) in Antwerpen. Tot dan was de berijming door Petrus Datheen (1531-1588) gangbaar en daar hadden de Dordtse boekverkopers-uitgevers nog grote voorraden van: Canin voor ‘duysent gulden’, Hermans en Verhaghen ieder voor ongeveer 600 gulden. Deze voorraden zouden dan leiden tot ‘maculatuur’ (nutteloos papier). De Dordtse kerkenraad reageerde door de Antwerpse kerkenraad er op te wijzen dat alleen een generale synode tot invoering van een nieuwe psalmberijming kon besluiten. Een belangrijk argument was ook dat de gewone man groot financieel nadeel zou ondervinden van een nieuwe psalmberijming. Vaak waren er namelijk meerdere psalmboeken in huis en de gelovigen kenden bovendien de psalmen van Datheen doorgaans uit het hoofd. Uiteindelijk besloot de Zuid-Hollandse synode in 1581 dat ‘de Datheni psalmboecken noch sullen blyven’; zij bleven officieel tot 1773 in gebruik.


Verhaghen werkte regelmatig samen met andere boekhandelaren en drukte ook voor andere uitgevers. Met Jan Canin en diens zoons Abraham Canin (ca. 1562-ca. 1606) en Isaac Canin (1568-1637) werkte hij regelmatig samen. Met Abraham had hij een belang bij de boekhandel van Dordtenaar Cornelis Clypeus (overleden Dordrecht 1602), afkomstig uit Antwerpen. Beide boekdrukkers-uitgever waren aanwezig bij de inventarisatie van de bezittingen van de overleden Clypeus. Verhaghen en Canin waren ook boekverkopers via de winkel van Clypeus, de belangrijkste boekenleverancier van de toen bloeiende Dordtse Latijnse school.


Een samenwerking die veel verder ging, deed zich voor naar aanleiding van de Nationale Synode van 1618-1619 in de Dordtse Kloveniersdoelen. De synode betekende dankzij het door de Staten-Generaal verleende octrooi heel veel werk voor de Dordtse drukkersbranche. Een achttal plaatselijke drukkers vormde de zogenoemde Dordtse Compagnie, een samenwerkingsverband van acht Dordtse boekdrukkers rond Isaac Canin en Peeter Verhaghen van wie er slechts één drukker in Dordrecht was geboren. Behalve een groot aantal pamfletten vóór tijdens en na de kerkvergadering voor zowel de remonstranten als de contraremonstranten, moesten na afloop van de synode de verslagen en besluiten worden gedrukt. Dat moest in korte tijd en in grote oplages gebeuren en bovendien in diverse talen. Het eerste boek van de Compagnie verscheen midden 1619: het Oordeel van het Synodus Nationael, de zogenaamde Canones. Van de Canones verscheen ook een editie in het Frans en Latijn. Tijdige publicatie van de synodale acta leverde problemen op. De Dordtse Compagnie besteedde op haar kosten het drukken van de Latijnse editie uit aan Isaac Elzevier te Amsterdam. Deze publiceerde de acta in het voorjaar van 1620. De Dordtse Compagnie bracht intussen diverse Latijnse en Nederlandse publicaties over de synode uit.


Peeter Verhaghen trad eveneens op als stadsdrukker. De thesaurier vermeldde over 1619 de betaling van 61 gulden voor een aantal boeken en papieren met betrekking tot het Dordtse stapelrecht en 1.000 biljetten voor de dorpen die in Dordrecht hun gewassen moeten verkopen en tenslotte nog drie riem papier. Peeter Verhaghen gebruikte een drukkersmerk met Mozes afgebeeld in een cirkel als herder bij een kudde schapen. Hij kijkt op naar een brandend braambos. Als omlijsting van de cirkel is de tekst opgenomen: Ick wil daer hene gaen en besien dat groot ghesichte waero den bosch niet en verbrant (Exodus 3.3).


Uit de boedelbeschrijving na zijn overlijden blijkt dat Verhaghen naast ´In de Druckerije´ een huis bezat in de Dwarsgang, in het gedeelte tussen de Kolfstraat en de Nieuwstraat. Bovendien had hij een visstal, een verkoopruimte om vis te verkopen. Zijn vrouw, stiefdochter Geertruijt, enige nichten en de diaconie waren zijn erfgenamen. Na 49 jaar werkzaam te zijn geweest in Dordrecht werd Peeter Verhaghen begin augustus 1628 in de Dordtse Augustijnenkerk begraven.


Enkele publicaties van de ruim zestig uitgaven van Verhaghen


Verhaghen was betrokken bij de productie van onder meer zeven Bijbeledities, drie uitgaven Nieuwe Testament, de Institutie en de Harmonia (beide van Calvijn), de Historia Ecclesiastica (kerkgeschiedenis), Historie der vromer martelaren, Bijbelse historieliedekens. Hij was de eerste drukker in de Noordelijke Nederlanden die het Heerlijck bewijs van des menschen ellende ende miserie onderworpen uit 1595 (tot in de 18de eeuw veel gebruikt schoolboek) uitbracht. Eveneens in 1584 de eerste met een joods gebedenboek. Een bekende, vaak herdrukte, uitgave van Verhaghen is de Cronycke van Hollant, Zeelant ende Vrieslant met gecorrigeerde en aangevulde edities in 1585, 1591, 1595, 1597 en 1620. Een opvallende uitgave in 1609 was het door C.P. Boeye bewerkte rekenboek van Bernaert Stockmans uit Antwerpen (vanaf 1588 schoolhouder in Dordrecht): Een cort ende eenvuldighe instructie…. te leeren cijfferen.


Bronnen


RAD: Doop-, trouw- en begraafboeken van Dordrecht, toegang 3 stadsrekeningen, toegang 20 (oud notarieel).
J.H. Hessels, Archives of the London-Dutch Church: Register Austin Friars 1568-1872 (London/Amsterdam 1892).
W.J.C. Moens, The marriage, baptismal and burial registers 1571-1874 of the Dutch reformed Church, Austin Friars London (Lymington 1884).
J.G.C.A. Briels, Zuidnederlandse boekdrukkers en boekverkopers in de Nederlanden 1570-1630 (Nieuwkoop 1974), p. 43-61, 194-228 en 497-508.
J. Alleblas, Gedrukt in Dordrecht: de boekenbranche, in: Geschiedenis van Dordrecht, 1572-1813 (Hilversum 1998), p. 326-340.
W. Heijting, Profijtelijke boekskens (Hilversum 2007), p. 124-142 en 168-170.
G. Asaert, 1585 de val van Antwerpen en de uittocht van Vlamingen en Brabanders (Tielt 2004).


Auteur

Cees Esseboom (juni 2018)