Simon Simonsz de Danser
Geboren omstreeks 1577 in Dordrecht en vermoedelijk overleden in 1610 in het fort La Goulette, nu de voorhaven van Tunis, aan de Barbarijse kust. Zijn vrouw en kinderen woonden behalve in Dordrecht, door Simon financieel ruimschoots gesteund, ook geruime tijd in Marseille, terwijl hij in Algiers een vorstelijk bestaan leidde.
Simon begon zijn zeemansloopbaan als bootsgezel en bracht het tot schipper op een koopvaarder. Een zeevloot was er niet en daarvoor ontbraken de financiële middelen. Daarom vertrokken in 1606 in opdracht van de Staten Generaal 130 schepen vanuit de Republiek om de 'vrije nering uit te gaan oefenen', de kaapvaart. Onder de gelukzoekende kapers die zich onder meer meester maakten van Franse koopvaardijschepen bevond zich ook Simon Simonsz. Onder druk van de Franse koning Hendrik IV, bondgenoot van de Republiek, werden de kaperbrieven door prins Maurits ingetrokken. Vele kapers zetten hun werkzaamheden als zeerover voort, zo ook Simon Simonsz. Zijn werkterrein werd het Middellandse Zeegebied, met als belangrijkste verblijfplaatsen Algiers en Tunis. Daar werd hij in 1610 door de Moren om het leven gebracht.
Simon Simonsz woonde, als hij in de stad was, in de piratenbuurt, op de Voorstraat tegenover de Nieuwkerkstraat, een locatie waar in de zeventiende eeuw een aanzienlijk aantal kapers/zeerovers woonruimte had [zie lemma Laurens Davidsz van Convent]. Simon Simonsz is beter bekend als Simon de Danser. Een danser was een kaper of zeerover die na een strooptocht terugkeerde naar de haven van waaruit hij was vertrokken; kapitein en bemanning maakten een 'rondedans'. De Dordtse kaper stond onder vele benamingen bekend: D'Anser, Dansa, Dansker, Dantsiger, Dali-Capitan (kapitein Duivel) en Simon Simonszoon van Vlissingen om er enkele te noemen. De laatstgenoemde bijnaam was hem toebedeeld doordat hij als kaper vanuit Vlissingen vertrok, voor het laatst in oktober 1607.
Na het intrekken van de kaperbrieven verdween volgens Hollandse begrippen de legitieme status en startte voor Simon het criminele leven van zeerover. Naar verluidt, veroverde hij in 1607 een honderdtal schepen uit christelijke landen en het jaar erop meer dan dertig Franse, Hollandse en Engelse schepen. Dit laatste feit ontzenuwt het verhaal dat Simon de Danser Hollandse schepen ongemoeid liet. Die gedachte zal betrekking hebben op de korte periode van kaapvaart die hij bedreef. Simon voerde het bevel over een schip met zestig kanonnen en een bemanning van 250 tot 300 man. Zijn successen veroorzaakten een grote toeloop van zeerovers met wie de Danser onder meer het eiland Yvissa (Ibiza) brandschatte.
De veroverde schepen en de daarbij behorende goederen verkocht Simon vooral in havensteden op de grote Italiaanse eilanden. De lucratieve tochten verschaften hem een positie van aanzien in het gebied van de Barbarijse zeerovers. Bovendien liet Simon zijn bemanning op een behoorlijke manier meedelen in de winsten van de zeeroverij en tegenstanders werden alleen als de omstandigheden dat vereisten om het leven gebracht.
De succesrijke Dordtse zeerover meldde zich in het roversnest Algiers waar hij met open armen werd ontvangen. Simon de Danser bouwde in Algiers een koninkrijkje op en bewoonde er een luxueus paleis. Samen met de Engelsman J. Ward alias Joesoef Reys, een voormalige vissersbaas, bracht hij de Moors/Turkse zeemacht de kunst bij van het varen met razeilen, het kruiszeilen, in plaats van het manoeuvreren met galeien en brigantijnen (lichte tweemasters). Hij wees ook op het belang van het bouwen van fregatten (snelle driemasters), waardoor de vaart naar de oceaan mogelijk werd. Ward was tot de islam overgegaan, Simon de Danser was en bleef echter calvinist en fel gekant tegen roomsgezinden.
Onder het bevel van de beide zeerovers voeren in 1608 en 1609 geduchte Algerijnse en Tunesische eskaders uit die een aanzienlijk aantal schepen buit maakten. De schade die Simon en de Moorse zeerovers toebrachten aan de Levanthandel werd zo omvangrijk, dat Franse, Spaanse en Engelse eskaders jacht op hen gingen maken. Ternauwernood wist de Dordtenaar het lijf te redden, maar het droeg er toe bij dat de Danser het zekere voor het onzekere koos en naar een pardonbrief zocht. Speciaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden zou hij graag 'brieven van vergiffenis' ontvangen. Dergelijke aanbiedingen met een vrijgeleide van de koningen van Spanje en Frankrijk had hij eerder afgeslagen. De Nederlanders reageerden nauwelijks, waarna de Danser het aanbod van de Franse koning alsnog accepteerde en diens genadebrief door betaling van een forse geldsom in handen kreeg. Hij verliet Algiers op een opzienbarende manier. Simon kocht de inhoud van drie rijkelijk geladen roofschepen en voegde zijn bezittingen daarbij. Vervolgens overmeesterde hij de drie schepen en bracht die na een hevig gevecht in de haven buitengaats. De Barbarijse bemanningsleden werden overboord gegooid of vermoord. De Danser maakte echter een belangrijke fout. Hij nam twee kostbare Zweedse bronzen kanonnen mee die hij van de bey van Algerije had geleend. Daarmee overspeelde de Dordtenaar zijn hand. Zijn opzienbarende vertrek trok een spoor van honderden doden en gewonden. Voor de Algerijnen, maar ook voor alle islamieten was deze handelwijze van Simon een grove belediging, evenals het stelen van de twee kanonnen. Vooral dat laatste zou hij betreuren.
Op weg naar Marseille, waar hij in oktober 1609 arriveerde, overmeesterde Simon en passant een groot Spaans schip. Marseille was hem niet goed gezind vanwege de schade die hij vele ondernemers in het recente verleden had berokkend. Door het uitdelen van geschenken, onder meer de twee geleende kanonnen, behield hij zijn vrijheid en kon hij zich bij vrouw en kinderen voegen die al geruime tijd in deze Franse havenstad woonden. De Algerijnen eisten tevergeefs de twee kanonnen terug, waarna zelfs een zeeoorlog ontstond tussen Frankrijk en de Barbarijse zeerovers die voor de Fransen nadelig uitpakte.
Simon kreeg intussen een Franse opdracht om met drie oorlogsschepen zes koopvaarders naar Tunis te begeleiden. Er was een Franse delegatie aan boord om in Tunis te onderhandelen over de teruggave van veroverde Franse schepen en het vrijlaten van de bemanning. Eind november 1610 arriveerde de kleine vloot bij de haven van Tunis, La Goulette. De delegatie deed goede zaken en Simon accepteerde de dag erna een uitnodiging van de pasja en begaf zich naar het fort. Toen de delegatieleden en Simon de ophaalbrug gepasseerd waren, werd de poort gesloten. De delegatie werd teruggestuurd, maar de Dordtenaar bleef in gevangenschap. Onder welke omstandigheden Simon de Danser het leven liet, is onduidelijk. De Moren hadden een rekening met hem te vereffenen vanwege zijn actie in 1609. Volgens diverse bronnen werd Simon in het fort onthoofd.
Maar Simon zou voortleven in zijn tot de islam bekeerde zoon, die zich onder de naam Simonson Reys in de Middellandse Zee ontwikkelde tot een ware last voor de 'christelijke zeevaart'. In het collectieve geheugen van de Nederlanders is nauwelijks plaats voor Simon de Danser; slechts een enkel vrijwel vergeten kinderliedje spreekt schande van zijn daden. Ook uit het Angelsaksisch gebied zijn dergelijke liedjes bekend. De Dordtenaren worden sedert kort echter weer met Simon geconfronteerd. In november 2011 besloot het Dordtse college van burgemeester en wethouders een deel van de Copernicusweg in Wielwijk, waar de straten naar zeelieden zijn genoemd, Simon de Danserweg te noemen!
Bronnen en literatuur
L. van den Bosch, Leeven en daaden der doorluchtigste zee-helden (Amsterdam 1683).
R.E.J. Weber, De beveiliging van de zee tegen Europeesche en Barbarijsche zeeroovers 1609-1621 (Amsterdam 1936).
L.C. Vrijman, Kaapvaart en zeeroverij (Amsterdam 1938).
C. Regtop, Dansen met de duivel: Simon de Danser (ca. 1577- ca. 1611), in: Jetze Touber e.a, De kaper, de kardinaal en andere markante Nederlanders: een nieuwe blik op het verleden in dertien levensverhalen (Hilversum 2010).
Arne Zuidhoek, Held of schurk; dertien zeerovers uit de Lage Landen (Utrecht 2011).
Auteur
Cees Esseboom (december 2012)