Max van Pelt

Max Van Pelt is al vroeg actief in het verzet en wordt lid van de Ordedienst, een Nederlandse illegale verzetsorganisatie. Hij wordt in 1941 gearresteerd, maar bij gebrek aan bewijs vrijgelaten. Daarna is Max’ leven vol offers en ontberingen. Hij wordt uiteindelijk onterecht beschuldigd van collaboratie.
Spionage
Max wordt in 1941 gearresteerd vanwege spionage tegen Duitsland, maar door gebrek aan bewijs vrijgelaten. Hij richt in Dordrecht de 17e Divisie van de Binnenlandse Strijdkrachten op, die hulp aan onderduikers en armlastige gezinnen geeft en wapen- en medicijnvoorraden aanlegt. Van Pelt ondersteunt daarnaast alle om hulp vragende verzetsgroepen met wapens, kleding, voedsel. Bovendien weet hij vele inlichtingen te verzamelen en door te geven aan de geallieerden.
Infiltrant
In 1945 infiltreert hij bij de Duitse geheime dienst. Hoewel hij dat met toestemming van Pieter Kooiman, districtscommandant bij de Binnenlandse Strijdkrachten, doet wordt Max kort na de bevrijding gearresteerd en beschuldigd van spionage voor de Duitsers.
Onterechte beschuldiging
Max van Pelt wordt meer dan een half jaar zonder aanklacht of verhoor vastgehouden in een gevangenis vol oorlogsmisdadigers en collaborateurs. Hij keert zwaar getekend terug, door de ontberingen en vernederingen die hij er als verzetsman moet doorstaan. In 1984 wordt aan Max van Pelt het Verzetsherdenkingskruis verleend.