Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.

De Dordtse Synode 1618 – 1619

Deze schoolplaat van de Synode van Dordrecht is in 1910-1911 vervaardigd door Gerard van Hove. Vanaf 1857 wordt geschiedenisonderwijs in Nederland verplicht, waarop in de jaren erna een stroom van nieuwe onderwijsmaterialen ontstaat. Daartoe behoren ook schoolplaten die als illustratie bij de verhalen van de schoolmeester moeten dienen. De oorsprong ervan ligt in het aanschouwingsonderwijs, een 19de-eeuwse leermethode waarmee getracht werd, naast het oefenen van de waarnemingszin, de kennis van leerlingen over uiteenlopende onderwerpen te vergroten.

Gerard van Hove - Schoolplaat van de Synode van Dordrecht - 1618-1619

Gerard van Hove

Schoolplaat van de Synode van Dordrecht

Collectie: Regionaal Archief Dordrecht

1618-1619

Op de schoolplaat zien we de vergadering bijeen in de bovenzaal van de Kloveniersdoelen. De voorgeschiedenis van de synode is een strijd tussen twee theologen, waarbij de gemoederen zo hoog oplopen op dat prins Maurits een synode bijeen roept om het pleit te beslechten. Theologen uit Nederland, maar ook Duitsland, Zwitserland en Engeland, worden uitgenodigd. Na zeven maanden vergaderen besluit men de opvattingen van de gematigden te verwerpen en wordt er een strenge belijdenis opgesteld. De Synode van Dordrecht maakt ook geschiedenis met het besluit de Bijbel vanuit de brontalen Grieks en Hebreeuws in het Nederlands te vertalen. Die zogeheten Statenvertaling wordt in 1637 voltooid.

Het meest gelezen boek

De Synode van Dordrecht besluit om de Bijbel uit de originele talen in het Nederlands te vertalen. Krap twintig jaar later ziet de zogenaamde Statenbijbel het levenslicht. Het belang ervan onder protestanten is groot. Het is het enige boek dat in alle provincies in de Republiek wordt gelezen, in de kerk, op school en in het gezin.

De Statenbijbel - 1637

De Statenbijbel

Collectie Regionaal Archief Dordrecht

1637

Deze eerste druk is gemaakt voor de Leidse weduwe Van Wouw. Zij zet met succes de drukkerij van haar man voort en bemachtigt het octrooi op het drukken van de Statenbijbel, een voorrecht dat al snel wordt aangevochten. Er verschijnen regelmatig roofdrukken, oftewel illegale drukken. Deze uitgave heeft geen kaarten en prenten: een groot contrast met de luxere navolgers.

Als de eerste Statenbijbel in 1637 van de persen rolt, storten zich verschillende drukkers op de markt. Zoals de Dordtse broers Keur die uitgroeien tot de bekendste drukkers en uitgevers. Kopers van heinde en verre laten in Dordrecht hun eigen, unieke Bijbel samenstellen. Ze kunnen kiezen uit allerhande formaten en uitvoeringen: van standaard en eenvoudig tot luxe en rijk geïllustreerd.

Dit exemplaar van de ‘Keurbijbel’ uit 1686 was een van de bekendste en mooiste uitgaven. Het laat zien dat de Bijbel meer is dan een boek van het woord: het is een kunstwerk op zich. Op groot formaat, met ingekleurde prenten en kaarten en voorzien van fraai beslag. Een boek dat bewondering oogst en van generatie op generatie in de familie wordt gekoesterd.